door Mijnard Scheers                                                                                 4 april 2016

Sneeuwklokken bij de Weem in Warffum

Sneeuwklokken bij de Weem in Warffum. De ‘Sneeuwklokloze strook’ is goed zichtbaar. Foto: uit Tweet 12 maart 2016  @marcoglastra , directeur Groninger Landschap

De middeleeuwse pastorie in Warffum (provincie Groningen) die wij in 1972, na 700 jaar bewoning door pastoors en predikanten, als eerste niet-geestelijken betrokken, had een bijbehorende hof van driekwart hectare met tientallen oude fruitbomen.

Ons was verteld dat er heel veel Sneeuwklokjes in de hof groeiden, die na hun verschijning eind januari wel twee maanden te bewonderen waren. En dat bleek ook zo te zijn; het grootste deel van de hof werd wit van de Sneeuwklokken en dat hield aan tot eind maart.

Vroeger, zo ging het verhaal, mochten de schoolkinderen tijdens het hoogtepunt van de bloei de hof in om Sneeuwklokjes te plukken, waarmee, nog steeds volgens het verhaal, de kamers van een ziekenhuis werden opgefleurd.
Dit alles speelde zich af in een ver verleden. Totdat ……. totdat er, een keer aan de koperen bel werd getrokken en daar drie meisjes bleken te staan van 6 à 7 jaar.

‘Mag’n wy Sneiklokjes plukken?’

Hoera, een oude traditie herleeft. En zo onverwacht en spontaan. Mooie gevoelens maakten zich van ons meester.
Een kwartier later werd er opnieuw gebeld. Daar stonden ze weer, die drie meisjes. De grootste trad naar voren met in haar uitgestrekte hand een bosje Sneeuwklokjes.

‘Sneiklokjes kop’n?’

Deskundigen hebben ons uitgelegd dat de lange duur van de bloei in de hof te danken is aan een combinatie van vroegbloeiers en laatbloeiers. En dat is ook zo; terwijl sommige Sneeuwklokjes al enigszins verschrompelen, moeten de knopjes van andere nog open gaan.

Er is trouwens een veelheid van soorten aanwezig. Wij kennen er de namen niet van, maar er zijn grote verschillen in het uiterlijk, zoals in bloemgrootte en hoogte. Er blijken ook niet-knikkende tussen te zitten. Al die verschillen dragen bij tot een levendig beeld.

Inmiddels genieten wij al vier en veertig jaren van onze Sneeuwklokken. We hebben in die tijd geleerd dat deze plantjes een eigenzinnig gedrag vertonen. Wij constateerden dat in sommige delen van de hof de Sneeuwklokkenpopulatie duidelijk in intensiteit toenam. Wij meenden dat ook te begrijpen want de Sneeuwklokken nestelden zich op plaatsen waar door ons een belemmering was verwijderd, bij voorbeeld toen wij een groot terras hadden afgebroken en ook een tweede moestuin die ooit was aangelegd toen de pastorie dubbel bewoond werd. Dit paste binnen de neiging van Sneeuwklokken – zo had een deskundige ons verteld – beschikbare grond volledig te bezetten.

Wat we echter niet zo begrepen was het verschijnsel dat de populatie in bepaalde delen van de hof soms ook weer terugliep.

Merkwaardig was ook dat er in het midden van de hof een strook was van vijf meter breed en twintig meter lang, waar zich nooit Sneeuwklokken bevonden. De strook werd op den duur wel smaller maar bleek toch hardnekkig te zijn.

Echter dit jaar is er een dramatische verandering. De strook is plotseling driemaal breder geworden. Wat kan dat veroorzaakt hebben? Had de grote hoeveelheid regen, die in korte tijd gevallen was er mee te maken? Niet waarschijnlijk want op andere plaatsen in de hof breidde de populatie zich juist uit. Muizen misschien? Ook niet waarschijnlijk want er was geen muizengat te zien.

De plausibele verklaring kwam een week geleden van een leverancier van rozenmest, die, toen hij voor de eerste keer in onze hof kwam, de Sneeuwklokken even wilde zien. ‘Sneeuwklokken houden niet van tocht’, wist hij te vertellen. Toen viel alles op zijn plaats.

Om een zichtlijn in onze hof te herstellen hadden wij, het vorig jaar twee zeer hoge en brede hazelaars, die in het midden van de hof stonden, verwijderd. Zo werd de Sneeuwklokloze strook verklaard, die wij al die tijd in het midden van de hof gekend hadden. Immers tussen de grote hazelaars was een trekgat ontstaan dat tocht aanvoerde over het midden van de hof. En zo was ook de plotselinge verbreding van de strook verklaard; het trekgat was veel breder geworden door het kappen van de hazelaars.

Wellicht kan de afname van de populatie op bepaalde plaatsen in de hof in het verleden ook te maken hebben gehad met voorafgaande wijzigingen in de begroeiing in het betreffende deel van de hof. Wellicht was er toen een dode fruitboom verwijderd.

Sneeuwklokken houden kennelijk van de luwte. Veel zon blijken ze niet nodig te hebben. Evenmin als bemesting. Wij hebben de boomgaard nooit bemest en de Sneeuwklokken – afgezien van de besproken strook – gedijen geweldig goed. De vraag die ons nu bezighoudt is: hoe zal de strook zich volgend jaar gedragen? Onze rozenmestleverancier meent dat de strook zich vanaf de zijkanten weer zal gaan versmallen in de toekomst, gezien de neiging van Sneeuwklokken de beschikbare grond te bezetten.

Anderzijds weten we dat er al tientallen jaren een onbezette strook in het midden van de hof heeft gelegen. De tijd zal het leren. Spannend!

Velen tonen zich geïnteresseerd in onze oude hof. Daarom hebben we besloten de hof op afspraak open te stellen voor groepen belangstellenden. Ook voor het middeleeuwse gebouw doen we dat.

In onze hof staan ook veel andere stinzenplanten. Daarover schrijven wij een volgende keer.

Gegevens locatie:
Grietha en Mijnard Scheers
Pastorieweg 24
9989 BM Warffum (provincie Groningen)
g.e.scheers@hetnet.nl
(0595) 42 23 63